Hoofdinhoud

24-07-2020

MAMA Sue van CATCH

“Als 75-jarige met gezondheidsklachten val ik in de risicogroep. Daarom ben ik, mede op uitdrukkelijk verzoek van mijn kinderen, in zelfisolatie. Ik werk vanuit huis en bel en Whatsapp nu ontzettend veel. Aan het begin van de lockdown voelde ik me angstig en moedeloos, maar mijn geloof in God zorgt ervoor dat ik sterk blijf. Ik ben CATCH bijna 25 jaar geleden gestart om kwetsbare kinderen te helpen die lijden. Wij maken met CATCH echt het verschil voor hen. En nu moesten we alle programma’s tijdelijk stoppen; de naschoolse opvang, ons tienerprogramma, het familieprogramma. Het is onze overtuiging dat we met de kinderen meelopen totdat ze volwassen zijn.

CATCH is een veilige haven voor deze kinderen waar ze kunnen spelen en waar ze beschermd zijn. Tijdens de lockdown moeten deze kleintjes thuisblijven in kleine, propvolle huisjes en waar nauwelijks of geen sanitaire voorzieningen aanwezig zijn. Vaak leven acht gezinsleden op een paar vierkante meter. Dan lopen spanningen en stress in huis op en ligt mishandeling op de loer. Veel mensen zijn hun werk kwijtgeraakt en hebben honger. Je hoort niet zonder reden in het nieuws dat geweld binnenshuis tegen kinderen en vrouwen toeneemt. Gelukkig hebben we bij CATCH de afgelopen jaren ook veel tijd en energie geïnvesteerd in Women Action Forums waarbij we vrouwen weerbaarder maken.

De MAMAS van CATCH gaan gewoon door. Ik heb zoveel respect voor ze. De meeste MAMAS wonen zelf in de gemeenschap en gaan, voorzien van maskers, handschoenen en natuurlijk een voedselpakket, bij de kinderen thuis langs. Hoe gaat het met ze, wat is er nodig? Is de thuissituatie veilig? Mijn MAMAS en ik blijven doorgaan, ook al voelen we ons soms moedeloos. Maar de mensen uit deze regio hebben al zoveel overwonnen; apartheid, een aidsepidemie. We moeten hoop houden. Want straks, als we ál onze programma’s weer mogen starten, moeten wij weer die veilige haven zijn waar de kinderen terecht kunnen voor een warme maaltijd, huiswerkbegeleiding, liefde en een luisterend oor.”

Karabo (14)

“Ik vind het stom dat ik nu niet naar school én ook niet naar het PowerGirls-programma kan gaan. Gelukkig ken ik maar een paar mensen die met het virus besmet zijn, maar ik geloof niet dat veel mensen zich hebben laten testen. Door de lockdown is er weinig te doen. Ik help mijn moeder met de afwas en van de MAMAS heb ik een paar boeken gekregen, die ik nu aan het lezen ben. Helaas kan ik mijn huiswerk niet maken, want ik heb niet alle schoolboeken en ik kan van niemand in mijn familie een telefoon lenen om informatie op te zoeken. Ik mis de andere PowerGirls en de leuke opdrachten. We zijn echt een groep vriendinnen geworden. Soms ben ik bang dat ik of mijn familieleden ziek worden. Ik hoop dat COVID-19 snel zal stoppen, zodat ik mijn school kan afmaken. Ik wil een héél goede advocaat worden zoals Nelson Mandela. Ik zal heel hard studeren én met goede cijfers slagen.”

MAMA Ingrid van Inspire

“Wanneer krijgen we weer judoles, MAMA Ingrid? De kinderen die normaal naar Inspire komen, vragen het me regelmatig. Inspire is nu al vijf maanden dicht en de kinderen missen de spelletjes en de saamhorigheid. Tijdens de judolessen kunnen ze zich uitleven, nu hebben ze niets te doen. Het is momenteel winter in Zuid-Afrika en af en toe erg koud. En het aantal besmettingen hier in de Westkaap neemt nog altijd toe. Ik maak me zorgen, want de dichtstbijzijnde kliniek ligt twintig kilometer verderop, maar die kliniek is niet toegerust op een toestroom van COVID-19 patiënten. En veel mensen uit de regio, het platteland van Malmesbury, zijn al zwakker doordat ze bijvoorbeeld diabetes of tuberculose hebben of besmet zijn met het hiv-virus.

Ik probeer met alle kinderen contact te houden. Ik zie de moeders en sommige kinderen wanneer ik de voedselpakketten uitdeel. Die voedselpakketten houden de gezinnen nu in leven, door de lockdown zijn heel veel banen verdwenen. De extreme armoede is echt een enorm probleem. Als ik aan kom rijden, rennen de kinderen naar me toe. Het valt me soms zwaar, want de kinderen willen me graag een knuffel geven, maar dat kan natuurlijk niet. Sommige kinderen bel ik. Het is niet altijd makkelijk om echt over je gevoel te praten over de telefoon, maar het is in geval iets. Veel van deze kinderen kunnen hun huiswerk niet doen zonder extra begeleiding. Door de coronacrisis raken ze nog meer achter. We hebben straks, als we weer open zijn, heel veel in te halen.”

Mareta (9)

“Ik ben bang dat mijn familie, mijn vrienden of ikzelf het coronavirus krijgen. Thuis verveel ik me. Ik mis het samen spelen en lachen met de andere PowerGirls tijdens de leuke workshops op zaterdag. Ik hoop dat we weer snel kunnen starten. We helpen elkaar en delen onze gevoelens. Tijdens de lockdown moet ik natuurlijk thuisblijven. Ik heb wel een beetje schoolwerk gemaakt, maar ik ben niet zo goed in rekenen en thuis kon niemand me helpen met de sommen. Ik hoop dat het snel overgaat, want ik wil weer naar school. Ik voel me soms somber omdat ik mijn vriendinnen niet kan zien. Later wil ik verpleegkundige worden en in een mobiele kliniek werken, zodat ik de mensen uit de buurt kan helpen. Mensen die oud zijn en die niet naar een ziekenhuis kunnen gaan. Dan ga ik zelf bij ze langs.”